Vertragingsmanoeuvres en foutieve lezing van de werkloosheidsreglementering: Een advies werd gevraagd aan de Raad van State. Dit vertraagt de zaken met 30 dagen omdat men weigerde een hoogdringend advies te vragen. Daarnaast blijven sommige politici halsstarrig (of moedwillig) onwaarheden vertellen over de werkloosheidsreglementering Dit is oprechte politiek onwaardig.
Sommige politici blijken niet op de hoogte (te willen?) zijn van de regels in de werkloosheidsreglementering. “Men raakt dan makkelijk in de werkloosheid en daarna heeft men slechts 3 contracten nodig om in het statuut te blijven”. Zowel CD&V als N-va hebben dit gezegd. OPMERKING: dit is een compleet foutieve lezing van de werkloosheidsreglementering: de eerste maal de Neutralisatieregel vergt 156 dagen en niet 3 dagen. Dit is een manifest onjuiste lezing van de regels. Dit ‘argument’ heeft men dan gebruikt om tegen deze voorstellen te zijn.
Nochtans hebben wij uitdrukkelijk een correcte uitleg van de Neutralisatieregel (eerst 156 dagen, dan pas bij de verlenging slechts 3 prestaties te bewijzen) gemaild aan onder meer deze politieke partijen en hun vertegenwoordigers die dit vandaag opnieuw verkeerd hebben voorgesteld; Dit zijn politieke spelletjes die werden gespeeld op basis van onwaarheden. Dit is oprechte politiek onwaardig. Daarnaast werd een advies gevraagd aan de Raad van State. Dit vertraagt de zaken met 30 dagen.
Het vertragingsmanoeuvre
N-VA zegt dat ze advies van Raad van State willen omdat er een heel sterke instroom in de werkloosheid zal ontstaan en een discriminatie ontstaat omdat kunstenaar met dit voorstel minder dagen zouden moeten bewijzen dan andere werknemers;
Ontvankelijkheid van die vraag: 30 stemmen: ontvankelijkheid wordt goedgekeurd. N-VA, CD&V en Vlaams belang. Goedkeuren van die vraag heeft 50 stemmen nodig
Tegenvoorstel om spoedeisendheid van advies vragen ahmed Laaouej en Kristof Calvo
Volwaardig advies: enkel CD&V en N-VA en ja Vlaams belang dus 50 leden willen een advies. De voorzitter kan de dringendheid van een advies vragen maar hij zal dit niet doen. En dit ondanks het feit dat over over urgente zaken gaan, wat de vergadering eerder had goedgekeurd.
Dit wil zeggen dat een uitstel van 30 dagen het resultaat is, want dat kan de termijn zijn van de Raad van State.
Bespreking tijdens de plenaire vergadering
wetsvoorstel ter stemming op plenaire vergadering in verband met:
- cumul auteursrechten en naburige rechten, en werkloosheid toelaten;
- versoepeling voor toegang werkloosheid
- een verlenging van de referteperiode ivm de Neutralisatieregel voor kunstenaars en de Neutralisatieregel voor technici in de artistieke sector
- referteperiode ivm gepaste dienstbetrekking (zogenaamde Niet-Artistieke JobAanbiedingen (zie statuut-stappenplan-p#NAJA)
Björn Anseeuw van N-va stelt dat “iedereen maar kunstenaar’ kan worden en dan onbeperkt kan cumuleren alsook makkelijker kan instromen in de gewone werkloosheid. ‘We weten niet waar we aan beginnen’, stelt Bjorn Anseeuw van n-va
Hij stelt voor aan het Rekenhof een budgettaire impact berekening te vragen eerst, via een motie. Dit mag met spoed gebeuren stelt hij, hij wil geen vertragingsmanoeuvres
De Voorzitter meldt wel dat men geen timing aan het Rekenhof kan opleggen. (Patrick Dewaele)
Benoît Piedboeuf, stelt dat deze sector de nodige aandacht verdient. Hij wenst geen inefficiëntie en geen vertragingen
Kristof Calvo: Een hele grote groep in de sector zelf wacht op beslissingen
Het is zeer ongebruikelijk om nog in de plenaire vergadering een advies van het rekenhof te vragen. Dit diende te gebeuren in de Commissie. Naar de sector die zeer zwaar getroffen is, is deze demarche van N-va precies net wel een vertragingsmanoeuvre
De regering heeft expliciet gezegd dat ze de sector niet meenamen in het steunpakket omdat hier het parlement rond zou werken!
Nu het parlementair werk stoppen of vertragen zou niet correct staan en als Groen steunen wij deze motie van Dhr. Anseeuw niet
Anja Vanrobayes betreurt dat de sector al 3 maand gesloten is en zij kreten hebben geuit omdat zij met zeer precaire contracten werken. En het gaat over tijdelijke maatregelen. Sp.a steunt de motie van n-va niet
Mevrouw Moscufo: Toch even herinneren over wat het gaat: deze crisis heeft grote sociale gevolgen waaronder ook voor de culturele secteur. Wij hebben lang gediscuteerd over tijdelijke steunmaatregelen in de Commissie Sociale Zaken. Sommigen willen duidelijk de specifiteiten van de sector niet begrijpen . Het gaat over mensen die door de sluiting van de sector al 3 maand niet eens hun frigo met eten kunnen vullen.
Ik ben het wel eens met de vraag hoe we sociale zekerheid gaan ondersteunen en ook de vraag wie deze crisis gaat betalen. Wij hebben een Corona tax voorgesteld (voor de hoogste inkomsten). Het is duidelijk dat n-va de sector niet wil ondersteunen
Mevrouw Lanjri CD&V: in de tweede lezing gaat men plots een amendement vanuit een ander wetsvoorstellen het eerste wetsvoorstel injecteren. Er waren bezwaren. Ik had ook bezwaren.
Moet je dat niet eerst becijferen.? Wij hebben voorgestel van de Raad van State voor de andere amendementen gevraagd. Dat is toen geweigerd. Ik sta achter de vraag voor een advies Ik krijg het aan de man in de straat niet verkocht dat een groep (kunstenaars) heel makkelijk toegang tot de werkloosheid krijgen en anderen niet.
“Men raakt dan in de werkloosheid en daarna heeft men slechts 3 contracten nodig om in het statuut te blijven”. Zowel CD&V als N-va hebben dit gezegd.
-> OPMERKING: dit is een compleet foutieve lezing van de werkloosheidsreglementering: de eerste maal de Neutralisatieregel vergt 156 dagen en niet 3 dagen. Dit is een manifest onjuiste lezing van de regels.
Mevrouw Matz : Er waren bepaalde vragen voor advies in de Commissie maar ook niet aanvaard in de Commissie. Dat is democratie. We gaan ook niet snel een advies hebben: er is een democratische stemming geweest in de Commissie. We hebben ook een voorstel gestemd voor de Horeca. Wij willen iedereen die er nood aan heeft, helpen; Want zij kunnen hun activiteiten nog niet volledig hervatten
Cultuur is van algemeen belang en de tekst heeft een meerderheid gehad in de Commissie.
François De Smet: het een een manoeuvre dillatoire van Dhr Anseeuw. De maatregel gaat tot 31/12 en helpt een groot aantal mensen die nu een groet nood hebben. Wij zijn tegen dit vertragingsmanoeuvre.
Wouter Vermeersch Vl Belang: Kent iemand hier de kostprijs van wat hier voorligt?
Van Quickenborne Open Vld : steunt de vraag van N-va: Wij hebben een voorstel ingediend om het reglement aan te passen dat men steeds een advies van het rekenhof zou vragen
Julie Chanson Ecolo: Waarom werden deze vragen naar berekening niet gevraagd in de Commissie en nu plots wel. We gaan weer tijd verliezen;
Ludivine Dedonder: We zijn 2 maand bezig toen deze vergadering de Urgentie aanvaarde en nadat de Commissie zich 5 keer over deze materie heeft gebogen, er was een advies van de Raad van State (dat heeft 30 dagen geduurd) er was overleg met organisaties en een Hoorzitting. Er zijn duizenden werknemers die in de problemen zitten door de crisis in deze sector. Jullie hebben allemaal een snelle oplossing beloofd. N-va heeft zich verzet sinds het begin tegen de teksten. Dezelfde partij die de cultuursubsidies met 60% verminderde. Wat gaan de mensen doen die morgen opstaan die zich opnieuw moeten afvragen hoe ze hun huur of eten gaan betalen?
B Anseeuw: een aantal fracties zijn bang om een advies te vragen aan het Rekenhof; het is onze verantwoordelijkheid om doordachte beslissingen te nemen. Een bepaalde maatregel is niet tijdelijk. De tijdelijke makkelijke instroom is tijdelijk maar daarna blijft men wel makkelijk in het systeem, namelijk op basis van 3 contracten
Wie stemt voor of wie tegen raadpleging Rekenhof?
Spa nee, PTB nee, Groen nee, Open Vld ja, MR nee
Rohny niet, ja Nva ja Cd&V, nee mvrouw Fonck
66 stemmen verwerpen de Motie van N-VA
Wat lag er als voorstellen voor om over te stemmen
Art 2: In artikel 130, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden in het derde lid na de woorden “met uitzondering van het inkomen” en “uit een statutaire tewerkstelling” de woorden “uit auteursrechten en naburige rechten of het inkomen” ingevoegd.
Art 3: Artikel 6 van het koninklijk besluit van 23 april 2020 tot het tijdelijk versoepelen van de voorwaarden waaronder werklozen, al dan niet met bedrijfstoeslag, kunnen worden tewerkgesteld in vitale sectoren en tot het tijdelijk bevriezen van de degressiviteit van de volledige werkloosheidsuitkeringen, wordt opgeheven.
Art 4: De referteperiodes van respectievelijk twaalf en achttien maanden als bedoeld in artikel 116, §§ 5 en 5bis (Neutralisatieregel voor artiesten en technici) van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 opgeschort.
Art 5: De referte periode van achttien maanden als bedoeld in artikel 31 (passende dienstbetrekkening - niet-artistieke jobaanbiedingen) van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering wordt van 13 maart 2020 tot 31 december 2020 opgeschort.
Art 6: In afwijking van de artikelen 30 tot 32 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden de werknemers toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen zonder dat zij een wachttijd moeten doorlopen, wanneer zij aantonen dat zij tussen 13 maart 2019 en 13 maart 2020 de volgende prestaties hebben geleverd:
— hetzij ten minste tien artistieke activiteiten in de zin van artikel 27, 10°, van hetzelfde koninklijk besluit;
— hetzij ten minste tien technische activiteiten in de kunstensector in de zin van artikel 116, § 8, van hetzelfde koninklijk besluit;
— hetzij artistieke activiteiten in de zin van artikel 27, 10°, van hetzelfde koninklijk besluit en/of technische activiteiten in de kunstensector in de zin van artikel 116, § 8, van hetzelfde koninklijk besluit, die overeenkomen met ten minste twintig dagen van activiteit overeenkomstig artikel 37, § 1, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit.
Art 7: Met uitzondering van de artikelen 4 en 5, die uitwerking hebben met ingang van 13 maart 2020, heeft deze wet uitwerking met ingang van 1 april 2020 en treedt ze buiten werking op 1 januari 2021.
27,10° artistieke activiteit: de creatie en/of uitvoering of interpretatie van artistieke oeuvres in de audiovisuele en de beeldende kunsten, in de muziek, de literatuur, het spektakel, het theater en de choreografie
116 § 8. Voor de toepassing van de § § 1ter en 5bis, moet worden verstaan onder arbeidsovereenkomst van zeer korte duur, de arbeidsovereenkomst met een duur van minder dan 3 maanden.
Voor de toepassing van de § § 1ter en 5bis, moet worden verstaan onder technische activiteiten in de artistieke sector, de activiteiten uitgeoefend als technicus of in een ondersteunende functie, die bestaan in :
1° de medewerking aan de voorbereiding of aan de publieke vertoning van een intellectueel werk waaraan minstens één artiest van het spektakelbedrijf fysiek deelneemt of aan de opname van een dergelijk werk;
2° de medewerking aan de voorbereiding of de vertoning van een cinematografisch werk;
3° de medewerking aan de voorbereiding of de uitzending van een radio- of televisieprogramma van artistieke aard;
4° de medewerking aan de voorbereiding of de realisatie van een publieke tentoonstelling van een kunstwerk in het domein van de plastische kunsten.
Eerdere teksten en amendementen, zie deze link
Wetsvoorstel 1154 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Dit wetsvoorstel strekt ertoe de werkloosheidsreglementering te wijzigen. Het is de bedoeling de regel waarbij het bedrag van de werkloosheidsuitkering lager ligt wanneer die uitkering wordt gecumuleerd met inkomsten uit artistieke activiteiten, ongedaan te maken.
Amendement 02 : artikel 130 cumul auteursrechten:
“In de bepaling onder 2°, de bepaling onder c) als volgt vervangen: “c) in het zesde lid worden de woorden “of 6°” opgeheven.”
(6° van artikel 130 werkloosheidsreglementering zegt: “in de loop van het kalenderjaar inkomsten ontvangt voortvloeiend uit de oefening [lees: uitoefening] van een scheppende of een vertolkende artistieke activiteit. )
Amendement 03:
Art. 4. Artikel 2 is van toepassing van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020.”
“In afwachting van een breder debat en van een meer structurele hervorming van de rechtspositie van de kunstenaar en van de beroepen van de kunsten-, cultuur- en evenementensector is het niet aangewezen de maatregel al structureel te maken terwijl de COVID-19-crisis nog volop woedt.”
Amendement 04 : Een artikel 1/1 invoegen, luidende:
“Art. 1/1. De referteperiodes van respectievelijk twaalf en achttien maanden als bedoeld in artikel 116, §§ 5 en 5bis, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden van 13 maart 2020 tot en met 13 maart 2021 opgeschort.”
(art 116 §5 = Neutralisatieregel artiesten, en §5bis = Neutralisatieregel technici artistieke sector)
Amendement 05 : Een artikel 1/1 invoegen, luidende:
“Art. 1/1. In artikel 48bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 tot regeling van de werkloosheid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 februari 2014, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden “, en het ontvangen van een artistiek inkomen in de zin van artikel 130 uit de uitoefening van een artistieke activiteit,” worden opgeheven;
(De verwijzing naar artikel 130 in artikel 48bis moet worden geschrapt, vermits dit niet langer nodig is, aangezien artikel 130 de mogelijkheden voor de cumulatie van een artistiek inkomen en de werkloosheidsuitkeringen niet langer beperkt.)
Advies raad van State 06 :
Onder meer: “Aangezien het voorstel in artikel 130 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 enkel de regeling voor de inkomsten voortvloeiend uit artistieke activiteiten ongedaan wil maken, is de opheffing van artikel 130, § 2, zesde lid, in zijn geheel te verregaand en moet worden volstaan met de opheffing van de zinsnede “of 6°” in deze bepaling”.
Verslag eerste lezing 07 Commissie Sociale zaken, Werk en Pensioenen
Artikelen bij eerste stemming aangenomen 08 :
Art. 2 In artikel 130, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden in het derde lid na de woorden “met uitzondering van het inkomen” en “uit een statutaire tewerkstelling” de woorden “uit auteursrechten en naburige rechten of het inkomen” ingevoegd.
Art. 3 Artikel 6 van het koninklijk besluit van 23 april 2020 tot het tijdelijk versoepelen van de voorwaarden waaronder werklozen, al dan niet met bedrijfstoeslag, kunnen worden tewerkgesteld in vitale sectoren en tot het tijdelijk bevriezen van de degressiviteit van de volledige werkloosheidsuitkeringen, wordt opgeheven.”
Art. 4 (nieuw) De referteperiodes van respectievelijk twaalf en achttien maanden als bedoeld in artikel 116, §§ 5 en 5bis, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden van 13 maart 2020 tot en met 13 maart 2021 opgeschort.”
Art. 5 (nieuw) Met uitzondering van artikel 4, dat uitwerking heeft met ingang van 13 mart 2020, heeft deze wet uitwerking met ingang van 1 april 2020 en treedt ze buiten werking op 1 januari 2021.
Amendement 09 : (subamendement op amendement nr. 5)
Art. 1/1 De volgende wijzigingen aanbrengen: 1/ de woorden “13 maart 2020” vervangen door de woorden “1 april 2020”; 2/ de woorden “13 maart 2021” vervangen door de woorden “31 december 2020”.
Amendement 10 : Een artikel 4/1 invoegen, luidende:
“Art. 4/1. De referteperiode van achttien maanden als bedoeld in artikel 31 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering, worden van 13 maart 2020 tot en met 31 december 2020 opgeschort.”
(VERANTWOORDING Ingevolge de hoorzittingen op 29 mei 2020 in de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen is het noodzakelijk gebleken ook voor het begrip “passend werk” in een blanco periode te voorzien om de werkenden in de kunstsector niet te benadelen.)
Verslag tweede lezing 11 Commissie Sociale zaken, Werk en Pensioenen
Aangenomen tekst in de Commissie 15/06/2020:
Artikel 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet.
Art. 2 In artikel 130, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden in het derde lid na de woorden “met uitzondering van het inkomen” en “uit een statutaire tewerkstelling” de woorden “uit auteursrechten en naburige rechten of het inkomen” ingevoegd.
Art. 3 Artikel 6 van het koninklijk besluit van 23 april 2020 tot het tijdelijk versoepelen van de voorwaarden waaronder werklozen, al dan niet met bedrijfstoeslag, kunnen worden tewerkgesteld in vitale sectoren en tot het tijdelijk bevriezen van de degressiviteit van de volledige werkloosheidsuitkeringen, wordt opgeheven.
Art. 4 (nieuw) De referteperiodes van respectievelijk twaalf en achttien maanden als bedoeld in artikel 116, §§ 5 en 5bis, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden van 1 april 2020 tot en met 31 december 2020 opgeschort.
Art. 5 (nieuw) De referte periode van achttien maanden als bedoeld in artikel 31 van het ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering wordt van 13 maart 2020 tot 31 december 2020 opgeschort.
Art. 6 (nieuw) In afwijking van de artikelen 30 tot 32 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering worden de werknemers toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen zonder dat zij een wachttijd moeten doorlopen, wanneer zij aantonen dat zij tussen 13 maart 2019 en 13 maart 2020 de volgende prestaties hebben geleverd: — hetzij ten minste tien artistieke activiteiten in de zin van artikel 27, 10°, van hetzelfde koninklijk besluit;
— hetzij ten minste tien technische activiteiten in de kunstensector in de zin van artikel 116, § 8, van hetzelfde koninklijk besluit; — hetzij artistieke activiteiten in de zin van artikel 27, 10°, van hetzelfde koninklijk besluit en/of technische activiteiten in de kunstensector in de zin van artikel 116, § 8, van hetzelfde koninklijk besluit, die overeenkomen met ten minste twintig dagen van activiteit overeenkomstig artikel 37, § 1, derde lid, van hetzelfde koninklijk besluit.
Art. 7 (vroeger art. 5) Met uitzondering van de artikeln 4 en 5, die uitwerking hebben met ingang van 13 mart 2020, heeft deze wet uitwerking met ingang van 1 april 2020 en treedt ze buiten werking op 1 januari 2021.
Gisteren heeft minister van Werk mevr. Muylle op vraag van Anja Vanrobayes van sp.a geantwoord dat ze met de administratie bekijkt in welke mate de jaarlijkse vakantie voor de artistieke sector kan worden overgenomen door de overheid (voor diegene die vallen onder soepel bewijs tijdelijke werkloosheid via brochures, mails ... ). Want die problemen zijn nog steeds actueel. Behalve als vandaag de alternatieve oplossing (tijdelijke toegang tot de gewone werkloosheid ipv het stelsel Tijdelijke Werkloosheid - met als zijn kafkaiaanse problemen) wordt goedgekeurd.