Aanpassing Tijdelijke Werkloosheid in de artistieke en evenmentensector

5 min

Tijdelijke werkloosheid wordt op beslissing van Minister Muylle uitgebreid naar evenementensector en er kunnen ook andere bewijzen dan een arbeidscontracten voorgelegd worden. De referteperiode wordt ook verlengd met 3 maand. Hiermee komt de Minister tegemoet aan de vragen die we reeds enige tijd stelden en waar we een petitie voor lanceerden (overzicht).
Dat is dus goed nieuws en we bedanken de Minister en iedereen die hieraan heeft meegewerkt. Het kabinet bevestigde wel uitdrukkelijk dat de periode VOOR 1 mei NIET met terugwerkende zal bekeken worden omdat men anders uitkeringen opnieuw zou moeten gaan herberekenen. Hieronder de voorwaarden en enkele bedenkingen:

Tijdelijke Werkloosheid, voorwaarden

1. “Il doit s'agir d'un événement annulé ou interdit par les pouvoirs publics en raison de l'interdiction de rassemblement de spectateurs ou de participants. L'événement devait se dérouler entre le 1er mai et le 31 août 2020. Le travailleur aurait dû être occupé en vertu d'un contrat de travail et ce, quelle que soit la fonction.
Het moet gaan over een evenement dat door de overheid is geannuleerd of verboden vanwege het verbod op het verzamelen van toeschouwers of deelnemers. Het evenement zou plaatsvinden tussen 1 mei en 31 augustus 2020. De werknemer had, ongeacht de functie, onder een arbeidsovereenkomst moeten werken.

2. “ La demande du travailleur et la déclaration de l'employeur doivent montrer que l'événement et le recrutement du travailleur avec un contrat de travail étaient déjà prévus depuis une date antérieure au 15 avril 2020. Cela doit résulter de preuves écrites de toute nature (offres, programme, courriels, etc.) dont la date est antérieure au 15 avril 2020 qui sont jointes à la demande du travailleur.
Het verzoek van de werknemer en de verklaring van de werkgever moeten aantonen dat het evenement en de aanwerving van de werknemer met een arbeidsovereenkomst al gepland waren sinds een datum vóór 15 april 2020. Dit moet moet aangetoond worden/volgen uit elk schriftelijk bewijs (aanbiedingen, programma’s, e-mails, enz.) waarvan de datum vóór 15 april 2020 ligt en die bij het verzoek van de werknemer zijn gevoegd.

3. Het kabinet bevestigde uitdrukkelijk dat de periode VOOR 1 mei NIET met terugwerkende zal bekeken worden omdat men anders uitkeringen opnieuw zou moeten gaan herberekenen.

Geen activiteiten?
Pour le travailleur qui n'exerce pas une activité artistique, la demande doit être accompagnée de la preuve que le travailleur a été occupé dans le cadre d'un événement similaire au cours de la période de référence, de mai à août de l'année précédente.
Voor werknemers die geen artistieke activiteit uitoefenen, moet het verzoek vergezeld gaan van het bewijs dat de werknemer tijdens de referentieperiode, van mei tot augustus van het jaar ervoor, aangenomen was voor gelijkaardige evenementen of activiteiten.

De Minister voegde nog toe (verslag Sociale Zaken CRIV 55, COM173 dd. 08/05/2020): Wij hebben nu met de RVA afgesproken dat zodra zij kunnen bewijzen dat er in de periode tot eind augustus in normale omstandigheden effectief een opdracht zou zijn doorgegaan, zij voor die periode tot de tijdelijke werkloosheid zullen worden toegelaten. Dat bewijs hoeft geen arbeidscontract te zijn, het kan ook een programma of brochure zijn of e-mailverkeer waarin dit wordt bevestigd. Uiteraard zal dit inspanningen vergen want de bewijslast zal in elk individueel dossier moeten worden bekeken.
Het zal ook belangrijk zijn om controles uit te voeren. Zo zullen de gevallen gecontroleerd worden waarin er een aanzienlijke stijging van het aantal tewerkstellingsdagen is ten opzichte van het aantal dagen dat in voorgaande jaren werd aangegeven.

Referteperiodes

De referteperiodes die nodig zijn om artistieke prestaties te bewijzen, om enerzijds toegelaten te worden tot de werkloosheid en anderzijds om het niveau van uitkering op 60% te kunnen behouden, zijn elk met drie maanden verlengd. De maanden april tot juni worden immers geneutraliseerd. (Deze maatregel is voor elke werkzoekende artiest een gelijke behandeling, aangezien de referteperiode voor iedereen individueel verlengd is met de periode van april tot juni).

Bedenkingen

We dienen te benadrukken dat er helaas nog steeds een gebrek aan kennis bestaat over de aan de sector aangepaste regelgeving. We lezen het volgende (verslag Sociale Zaken CRIV 55, COM173 dd. 08/05/2020):
Dan gaan we naar slide 2 over de tijdelijke werkloosheid van artiesten en evenementensector. Daarover waren ook verschillende vragen van onder andere mevrouw Vanrobaeys, mevrouw Matz en de heer Anseeuw. Sinds het begin van de coronacrisis werd voortdurend apart aandacht geschonken aan de specifieke situatie van werknemers in de artistieke sector en de sector van de evenementen. Zoals u weet heeft de artiest die een beroep op de werkloosheid doet reeds een heel uitzonderlijk voordeelstatuut, vergeleken met gewone werkzoekenden.
-> Het zogenaamde ‘heel uitzonderlijk voordeelstatuut’ betreft enkel bepaalde regels die rekening houden met de moeilijke en typische arbeidsmarkt van de artistieke sector; Net zoals er uitzonderingsregels bestaan voor zeevissers, net zoals er andere pensioenregels bestaan voor brandweerlui en politie, enz. We stellen vast dat bepaalde verantwoordelijken wanneer het over die uitzonderingsregels gaat, niet constant woorden als ‘een heel uitzonderlijk voordeelstatuut’ in de mond nemen, maar als het over de regels voor kunstenaars gaat, plots wel. Vreemd.
Het feit is dat ook kunstenaars wel degelijk eerst sociale zekerheidsbijdragen betalen, net zoals andere werknemers, vooraleer rechten te kunnen openen op welke regel dan ook.

De werkzoekende met artistieke prestaties wordt veel eenvoudiger toegelaten tot de werkloosheid.
-> Ook dit klopt niet: de artiest wordt NIET eenvoudiger toegelaten, maar anders. De regelgeving houdt rekening met de eigenheid van de sector: Een artiest werkt namelijk in een moeilijke arbeidsmarkt gekenmerkt door projectmatig werken. Waarbij er vaak een bepaalde periode niet betaald wordt (creatie-periode, try-outs, enz) en dan voor de voorstellingen wat meer betaald wordt; De regelgeving voor artiesten kan dan kijken naar het verdiende brutoloon (= taakloon-principe) en dit taakloon omzetten naar arbeidsdagen.
Met andere woorden: Of men nu sociale zekerheid betaalde, bijvoorbeeld op 12 maand bv 1.900 euro (’gewone’ werknemer) of op 6 maand 3.800 euro (artiest die projectmatig werd betaald), de artiest BETAALDE EVENVEEL SOCIALE ZEKERHEID vooraleer hij rechten kon openen.
Is dat zo moeilijk te begrijpen of wil men dat niet begrijpen en de kunstenaar blijven in het hoekje duwen van de ‘profiteur’?

--

Nu meer dan ooit hebben we nood aan leden om onze strijd voor kunstenaars nog harder te kunnen voeren: updates-steun-voor-kunstenaars
Lid worden kan je het makkelijkste doen via www.artistsunited.be/nl/word-nu-lid
Als je gebruik maakt van de SEPA domiciliëring krijg je 10%  korting :-) Ook organisaties krijgen deze korting.
Freelancers /flexwerkers krijgen bijkomend 30% korting

---